HISTORIE

De Akita is het nationale ras van Japan, verwant van de kees- en poolhonden en afkomstig uit de provincie Akita, waaraan hij zijn rasnaam dankt. Inu en Ken betekenen "hond" in het Japans en daarom wordt het ras ook wel Akita Ken genoemd. DE Akita behoort tot een van de oudste hondenrassen op de wereld met een intrigerende geschiedenis. In de stad Odate ( provincie Akita) is er dan ook een museum opgericht, gewijd aan de Akita. Sedert 1931 wordt de Akita door de Japanse regering officieel beschouwd als een deel van het nationaal erfgoed. De geschiedenis schijnt zo'n 4000 tot 5000 jaar geleden begonnen te zijn, afgaande op de resten van een hondenskelet dat in het noorden van Japan werd gevonden. De eerste echte getuigenissen over het bestaan van de Akita dateren ongeveer 300 jaar geleden vanuit de EDO-periode ( 1616-1868). In de 8ste eeuw zou in het berggebied van Odate een jachthond hebben bestaan, de MATAGI INU. In de moeilijk te bereiken bergdorpjes was dat ras "zuiver" gebleven. De MATAGI INU was een voortreffelijke jachthond. Hij joeg op zwarte beren, wilde zwijnen en ander groot wild. Hij werd daarom zo gewaardeerd dat hij tot voor kort de enige hond was die in huis werd toegelaten, zelfs in ruimten waar geen schoenen gedragen mochten worden en dieren de vloer niet mochten betreden. De MATAGI INU was een hond met een schouderhoogte van 60 cm en een rode vacht. Hierna volgt een wat minder gunstige periode voor de honden. De viervoeters werden door hun bazen voornamelijk gebruikt om huis en haard te beschermen. De periode werd gekenmerkt door boerenopstanden en kleine burgeroorlogen en een grote invasie goudzoekers in het gebied rondom Odate. DE Akita's werden plotseling vreselijke geduchte waakhonden en zouden niet langer de honden van eenvoudige boeren blijven. Rond 1700 kreeg een Shogun "generaal Tsumayoshi", die geboren was in het jaar van de hond, belangstelling voor de Akita Inu. Er werd al snel een wet uitgevaardigd waarbij het verboden was een hond te verwonden of te doden, dit op straffe van gevangenschap of zelfs ter dood veroordeling. Vanaf die tijd wordt de Akita geassocieerd met religieuze festiviteiten. De adel ontfermde zich over de Akita en bood het dier een leven dat volkomen ongewoon was voor een hond. Sommigen Akita's kregen hun eigen huis met hun eigen bedienden. Er wordt zelfs verteld dat er een Shogun is geweest die 530.000m2 van zijn land aan zijn hond heeft geschonken. Deze gouden tijden eindigden met de Meij-periode ( 1868-1912) en de opkomst van hondengevechten!

Deze werden georganiseerd om de krijgslust van de Samoerai te stimuleren. Voor deze gevechten werd de Tosa Inu, een afstammeling van de Koshi gebruikt. Maar deze hond, diespeciaal voor dit doel was gekruist met o.a. Bulldogs, Duitse Doggen, Sint Bernards en Mastiffs, kreeg al snel de Akita Inu tegenover zich in de vecht-ring. Deze rassen werden nu weer met elkaar gekruist. Sommige nakomelingen, die met de hangoren, werden Shin Akita ( nieuwe Akita) genoemd. Met het ondoordachte kruisen en het vermengen van al die rassen veroorzaakte een ware degeneratie van het ras. In het jaar 1910 werden de hondengevechten verboden, maar het lot sloeg opnieuw toe. Er werd een hondenbelasting ingevoerd waardoor duizenden viervoeters werden afgeslacht en daar bovenop brak hondsdolheid uit!

Pas tegen 1930 namen de Japanse autoriteiten maatregelen ivm de bescherming van bepaalde diersoorten, waaronder dus ook honden en met name de Akita. Deze werd van toen af aan geassioceerd met het Japanse erfgoed. Er werd een vereniging ter bescherming van het ras opgericht. Een edelman "Ichinoseki" ging aan de slag om de Akita van vroeger te doen herleven. Op zijn aansporing werd onmiddelijk een export verbod voor Akita's van kracht. Bovendien werd zo selectief gefokt dat binnen de kortste keren het oorspronkelijke type was teruggekeerd. Het type waar "generaal Tsunayoshi" langer dan 200 jaar terug zo enthousiast over was.

Helaas werd alle inzet in èèn keer teniet gedaan door het gebeuren tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Akita moest er aan geloven, vanwege zijn eetbare vlees en warme vacht werden er weer honderden Akita's afgeslacht. De politie eiste het vangen en in beslag nemen van alle honden anders dan Duitse herders, omdat die voor militaire doeleinden gebruikt werden. In 1946 bestonden nog maar enkele exemplaren van het eens zo geliefde ras. OPnieuw zette Ichinoseki zich in om de Akita voor uitsterven te behoeden. Tegen alle officiële bevelen in, houdt hij een paar mooie exemplaren bij hem thuis verborgen om direct na de oorlog opnieuw een fokkerij te kunnen beginnen. Er waren toen 3 typen Akita's, de MATAGI AKITA, vecht-Akita's en Herder-Akita's. Dit schiep een verwarrende situatie binnen het ras en tegelijkertijd kruist ene meneer Ito Akita teven met Duitse Herdershonden en verkocht de resultaten daarvan voor veel geld aan Amerikaanse soldaten. Gedurende het restauratieproces van het zuivere ras genoot Kongo-Go uit de Dewa lijn na de oorlog een tijdelijke, maar geweldige populariteit.

Veel Akita's uit de Dewa lijn, die eigenschappen van de Mastiff en de Duitse Herder toonden, werden ook door manschappen van het Amerikaanse leger naar de VS meegenomen. De Akita's uit de Dewa lijn, intelligent en in staat om zich aan elke omgeving aan te passen, fascineerden fokkers in de VS en de lijn werd ontwikkeld met een toenemend aantal fokkers en een forse stijging in populariteit. 

De Akita club of America werd in 1956 opgericht en de Amerikaanse kennelclub ( AKC) accepteerde het ras ( inschrijving in het stamboek en gangbare showstatus) in oktober 1972. In die tijd hadden de AKC en JKC ( Japanse kennelclub) geen onderlinge afspraken over het erkennen van elkaars stambomen en daardoor werd de deur gesloten voor het introduceren van de nieuwe bloedlijnen uit Japan. Vervolgens gingen de Akita's in de VS aanzienlijk verschillen van die in Japan, het land van oorsprong. Ze ontwikkelden zich als een op zichzelf staand type, met eigenschappen en een rasbeeld dat sinds 1955 ongewijzigd was gebleven. Dit staat in scherp contrast met het Japanse type, dat werd gekruist met de MATAGI Akita's, met als doel het restaureren van het oorspronkelijke zuivere ras. Na jarenlange discussies zijn in januari 2006 deze twee types officieel gescheiden in de rassen Japanse Akita en American Akita. Beide rassen hebben vanaf die tijd een eigen geschiedenis en rasstandaard en worden afzonderlijk gekeurd op nationale en internationale tentoonstellingen in bij de FCI aangesloten landen.